Door het beantwoorden van een aantal vragen kunnen consumenten met behulp van de Warmtepompverkenner snel inzicht krijgen in het type warmtepomp dat geschikt is voor hun woning. De tool is een initiatief van UNETO-VNI en een adviesbureau.
Leden van ondernemersorganisatie UNETO-VNI kunnen de online tool integreren in hun website. Op die manier voorzien ze klanten van complete informatie en helpen hen over te stappen op duurzame energie.
Advies
De Warmtepompverkenner vraagt consumenten een aantal vragen. Wat zijn de kenmerken van de woning? Wat is de gezinssamenstelling? En hoe zit het met de isolatiegraad en de beschikbare opstellingsruimte voor het toestel? Op basis daarvan ontvangt de consument advies over het meest geschikte type warmtepomp. Ook krijgt hij of zij een indicatie van de investeringskosten. Hetzelfde geldt voor de maandelijkse lasten, de kosten over de gehele levensduur en de duurzaamheid van het toestel.
| Bekijk hier alle berichten over UNETO-VNI
Algemeen directeur Erik van Engelen van UNETO-VNI is blij met het nieuwe initiatief. “Warmtepompen kunnen een grote bijdrage leveren aan de energietransitie. Maar veel consumenten weten nog niet of hun woning voor deze techniek geschikt is of wat de kosten zijn. Met de Warmtepompverkenner krijgen ze snel een goed beeld van de mogelijkheden.”
Grotere vraag naar vakmensen
De laatste tijd komt UNETO-VNI vooral in het nieuws door het enorme tekort aan technische vakmensen. De vraag is gestegen door de sterk aantrekkende economie, innovaties en nieuwe marktkansen. Verduurzaming leidt bijvoorbeeld tot nieuwe kansen in de bouw- en installatiesector.
Het toenemende gebrek aan timmerlieden, metselaars, installatiemonteurs, programmeurs en andere technische vakmensen vormt een bedreiging voor de groei van bouw en technologische industrie. De Industriecoalitie, waarin Metaalunie, FME, UNETO-VNI en Bouwend Nederland samenwerken, vindt dat innovatie in het techniekonderwijs dringend nodig is.
In de installatiebranche ontstaan 20.000 vacatures per jaar die nauwelijks in te vullen zijn. In de technologische industrie en de mkb-metaal zijn tot 2030 zo’n 120.000 nieuwe werknemers nodig. Ook de bouw komt op korte termijn tienduizenden mensen tekort. De nood is hoog. Het tekort aan technici zet niet alleen de economische groei onder druk, maar ook de energietransitie.
Ook te weinig techniekdocenten
Een extra belemmering voor de instroom van jonge technici is het dreigende tekort aan techniekdocenten.
Daarom vindt de Industriecoalitie, waarin Metaalunie, FME, UNETO-VNI en Bouwend Nederland samenwerken, dat de overheid de bevoegdheidseisen zou moeten aanpassen en een meer flexibele lerarenopleiding tot stand zou moeten brengen. Daardoor zou onder meer de mogelijkheid ontstaan om professionals van bedrijven in te zetten in vmbo en mbo. Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, zei in december: “In de bouw- en infrasector hebben we de komende jaren 40.000 nieuwe mensen nodig. Die moeten worden opgeleid, maar straks zijn de docenten er niet. We hebben dus snel professionals nodig die praktijkkennis kunnen overbrengen op een nieuwe generatie vakmensen.”
De Industriecoalitie vroeg toen ook om het voorkomen van een numerus fixus bij de technisch-wetenschappelijke opleidingen. Als de Technische Universiteiten hun deuren sluiten voor een deel van de studenten, zet dat een rem op groei en innovatie. De werkgevers vragen verder om techniekonderwijs dat beter aansluit op nieuwe materialen, technologieën en productieprocessen.