Op de redactie van Domotica.nl zijn we wel gecharmeerd van de smart city-gedachte. In potentie kunnen deze innovaties mensen productiever, gezonder en misschien ook gelukkiger maken. Maar het is niet allemaal goud wat er blinkt. De smart city heeft zeker ook een keerzijde. Weekblad De Groene Amsterdammer belicht in zijn nieuwe nummer de ondergeschikte rol van privacy binnen een smart city.
Het blad schetst een beeld van gemeenten die met sensoren en camera’s hun burgers volgen en die gegevens opslaan. Dat is natuurlijk een goed recept om de privacywetgeving te schenden. Gemeenten als Utrecht, Den Haag, Eindhoven en Amsterdam versleutelen data die ze op straat verzamelen, maar voldoen daarmee niet automatisch aan de wet.
Een voorbeeld: in de beruchte Eindhovense uitgaansstraat Stratumseind wordt al sinds 2014 geëxperimenteerd met camera’s, microfoons, slimme verlichting, bewegingssensoren en sociale media-monitoring. Maar er hangen nog steeds geen bordjes waarop de burger wordt gewaarschuwd.
Enerzijds staan overheden te trappelen om alle data die worden gegenereerd te gebruiken om waarde voor hun burgers te creëren en inzichten te verkrijgen, aan de andere kant ontstaat de vraag hoe ver ze hiermee kunnen gaan. Daarbij zullen steden niet alleen moeten voldoen aan de steeds strengere privacywetten en -regels, ook zal het zaak zijn inwoners het vertrouwen te geven dat hun data in goede handen zijn.