Juristen in de toekomst zullen veel hulp hebben aan slimme technologie. Maar het wordt nog een hele uitdaging om die technologie ook de baas te blijven. Dat schrijft Diana de Wolff, advocaat en bijzonder hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam in een column.
‘Zijn er eigenlijk nog wel advocaten nodig als algoritmen kunnen voorspellen hoe het oordeel van de rechter zal uitvallen en je bij wijze van spreken aan je telefoon kunt vragen: Siri, sta ik in mijn recht?, vraagt De Wolff zich af in het NRC. ‘Sterker nog, hebben we dan nog wel rechters nodig of kan een robot in naam des konings veroordelingen uitspreken?’
Een belangrijke thema is wie juridisch gezien, de steeds groter wordende big data eigenlijk beheerd en wie de algoritmen ontwikkelen als antwoord op een rechtsvraag. ‘Dat moeten we niet aan de vrije markt overlaten. Kennis is immers macht en macht verdient democratische legitimatie en controle. Het is een publiek belang om de technologie die voor rechtsbedeling en rechtsvinding wordt gebruikt op haar democratische, rechtstatelijke en ethische waarden te toetsen en te testen en om de toegankelijkheid ervan te waarborgen. Kunstmatige intelligentie is niet neutraal en kan door het leggen van bepaalde verbanden bijvoorbeeld vooroordelen bevestigen of misvattingen over het hoofd zien.’