Bedrijven, wetenschappers en de overheid zijn het er over eens: de toekomst ligt bij de slimme landbouw. Maar terwijl boeren steeds meer data en gegevens verzamelen over hun aardappels, koeien, varkens en andere agrarische zaken, blijven er onduidelijkheden. Het FD stelt drie cruciale onbeantwoorde vragen.
1. Wie is eigenaar?
In het verleden namen fabrikanten van machines aan dat zij de eigenaar waren van de data die hun tractor of melkmachine verzamelt. Dat lijkt tegenwoordig niet meer zo te zijn. Een toenemend aantal brancheorganisaties zetten zwart op wit dat de boer de eigenaar is. Boeren hebben zelf in de hand met wie de data wordt gedeeld en waar de data voor wordt gebruikt.
2. Wat levert het op?
Een andere belangrijke vraag in de slimme landbouw is: wat levert de data de boer zelf op die hij of zij doorstuurt naar bijvoorbeeld een machinefabrikant? ABN Amro en adviesbureau Farmhack constateren dat boeren in de praktijk twee keer betalen voor nieuwe technologie. De eerste keer bij de aanschaf van de software waarmee een boer informatie over koeien of aardappelen verzamelt.
Vervolgens stuurt de software de data kosteloos naar de maker van de sensor, of machinefabrikant, soms zonder dat de boer daarvan weet. De machinefabrikant gebruikt de data om zijn dienstverlening te verbeteren en voor de ontwikkeling van nieuwe diensten, bijvoorbeeld door data te combineren. Dan moet de boer voor de tweede keer zijn portemonnee trekken. Als het ware koopt hij zijn eigen data terug.
3. Is privacy gewaarborgd?
Melkveehouders kunnen zich niet voorstellen dat de data van een paar honderd koeien interessant zou zijn voor hackers of bedrijven om misbruik van te maken. Onderzoeker Marc-Jeroen Bogaardt van Wageningen Economic Research weet wel beter. Amerikaanse vleeskuikenfokkers hebben bijvoorbeeld enkele vleesverwerkers voor de rechter gesleept.
Ze beschuldigen de bedrijven ervan hun data te gebruiken om de vleesprijzen kunstmatig laag te houden. Agri Stats, een partij die alle gegevens van de boeren verzamelt, zou de informatie niet goed anoniem hebben gemaakt. Daardoor kregen verwerkers per bedrijf te zien wat de prijzen zijn die hun concurrenten betaalden voor vleeskuikens.