Net als het menselijk lichaam, heeft het KNX-systeem een zenuwstelsel om informatie te versturen. Er bestaan vier KNX transmissiemedia voor de overdracht van informatie: de buskabel, het stroomnet, RF-golven en via een IP-netwerk. We nemen de mogelijkheden onder de loep.
De buskabel
Wanneer een buskabel als transmissiemedium wordt gebruikt, bestaat het KNX-systeem hiërarchisch uit lijnen en zones. De kleinste installatieunit is een lijn. Deze kan bestaan uit maximaal vier lijnsegmenten, elk met maximaal 64 apparaten. Het precieze aantal apparaten aan een lijn, is afhankelijk van de geselecteerde voeding en het stroomverbruik van de afzonderlijke apparaten.
De kabellengtes binnen een lijn zijn gebonden aan een grenswaarde. Zo mag de totale lengte van een lijnsegment niet meer zijn dan 1000 meter. Maar wanneer een lijn verlengd wordt met een lijnsegment door middel van een lijnversterker, kan dit lijnsegment opnieuw een totale kabellengte hebben van een kilometer. Een lijn is drie keer te verlengen. De afstand tussen de voeding en het busapparaat mag maximaal 350 meter zijn. Een grensafstand tussen twee busapparaten is 700 meter.
Het stroomnet
Het 320 V stroomnet, ook wel Powerline KNX genoemd, is te gebruiken als een verder transmissiemedium van het KNX-systeem. Omdat een 230 V installatie in zijn oorspronkelijke vorm niet is bedoeld voor de verzending van informatie, moet de Powerline KNX zich aan de eigenschappen van het beschikbare netwerk aanpassen.
Radiotransmissie
Apparaten in een KNX-installatie die gebruikmaken van radiotransmissie (RF), zijn niet onderhevig aan welk soort hierarchische opstelling dan ook. Ze kunnen zo ongeveer op iedere locatie worden geinstalleerd en als ze binnen de reikwijdte van radiogolven zijn, kan elke sensor met elke actor communiceren.
IP-netwerk
Tenslotte is ook een IP-netwerk te gebruiken voor KNX-telegrammen. In dit geval maakt het niet uit welk transmissiemedium wordt toegepast. Dat kan Ethernet, glasvezel of RF (WLAN) zijn. Om KNX telegrammen over een IP-netwerk te versturen, kunnen de transmissieprotocollen IP-tunneling en IP-routing worden gebruikt.