Wie in een grote stad woont, zoals Amsterdam of Rotterdam en ’s avonds thuiskomt van werk zal de frustratie herkennen. Het eindeloze rondjes rijden om maar een parkeerplaats te vinden voor je auto. Jan Lubbers, ceo van de start-up Parkeagle, had dat probleem ook en vond een (bekende) oplossing.
“Ik woonde op de Overtoom en stoorde me enorm aan de tijd die ik hieraan kwijt was”, zegt Lubbers in het Het Financieele Dagblad. “Als ik nu als een vogel boven de stad zou kunnen vliegen, dan weet ik welke plekken vrij zijn. Zo ontstond het beeld van de eagle die alle parkeerplekken ziet en aan jou doorgeeft.’”
Parkeagle wil met een intelligent sensoren-netwerk op parkeerplekken, een oplossing bieden voor parkeren in drukke gemeenten en bij bedrijven. De sensoren herkent wanneer een parkeerplaats bezet is en wisselen die informatie onderling uit. Via de Parkeagle-app krijgt de gebruiker door waar er een parkeerplekje is vrijgekomen. Tot nu toe bedraagt de investering in het bedrijf zo’n anderhalve ton.
In de toekomst zou Parkeagle in het navigatiesysteem van auto’s kunnen worden geïntegreerd. Ook zouden zelfrijdende auto’s van informatie kunnen voorzien. “De gemeente betaalt voor de sensoren en data die wij leveren. De parkeerinformatie in de app voor automobilisten is gratis. Voor aanvullende diensten moet de automobilist betalen”, vervolgt Lubbers. Inmiddels heeft Parkeagle al een aantal klanten. Zo loopt er een project bij Delta Loyd en ook de gemeente Rotterdam is bezig met twee pilots.
Sensoren voor parkeren bestaan al vijftien jaar, weet Lubbers. “Het verbaasde mij dat die oplossing met zo’n groot parkeerprobleem nauwelijks werd toegepast, het gebeurde mondjesmaat in de Verenigde Staten, maar in Europa nog vrijwel niet.” Dit heeft een aantal oorzaken, geeft hij aan. Zo zijn er voor de toepassing van zulke sensorensystemen normaal gesproken veel kastjes nodig om de data bij klanten te krijgen.
Het is dus een enorme en kostbare operatie om een stad als Amsterdam met 80.000 parkeerplaatsen, te voorzien van parkeersensoren, geeft Lubbers toe. “Wij hebben geprobeerd om al die tussenstappen waarmee concurrenten werken er uit te knippen en alleen te werken met sensoren en het apparaat waar uiteindelijk de data voor de automobilist op binnenkomt: de mobiele telefoon. Dat is het idee. Doordat wij een schaalbare oplossing hebben, kunnen we volume maken, waardoor het uitrusten van een hele stad met sensoren binnen bereik komt.”