De Tweede Kamer roept de regering op om iets te doen aan onveilige Internet of Things-apparaten. Met een overgrote meerderheid werd de motie aangenomen, alleen de tweemansfractie van FvD stemde tegen. SP-Kamerlid Maarten Hijink en D66’er Kees Verhoeven dienden de motie in tijdens een debat over ransomware WannaCry.
Een sterke digitale beveiliging kwam hoger op de politieke agenda door de snelle verspreiding van de ransomware. In de motie wordt het kabinet opgeroepen te onderzoeken welke minimale veiligheidseisen aan Internet of Things-apparaten kunnen worden gesteld. Ook wordt gevraagd hoe die eisen kunnen worden afgedwongen en welke overige maatregelen nodig zijn om gebruikers te beschermen tegen slecht beveiligde apparatuur.
“Niemand zit te wachten op een massale cyberaanval via gehackte waterkokers of koelkasten”, aldus de motie. Verhoeven van D66 pleitte afgelopen jaar al voor een officiĆ«le veiligheidsstandaard voor slimme apparaten.