E-health gaat heel snel normaal worden in Nederland. Over een paar jaar geeft je tandenborstel aan wanneer je naar de tandarts moet, of de huisarts krijgt een seintje als een sensor op het lichaam iets aparts meet. Daan Dohmen hoopt dat het snel de realiteit op brede schaal wordt. Zijn bedrijf ontwikkelde een app waarbij thuis een hartfilmpje gemaakt kan worden.
Met de HartWacht kunnen verontrustte patiënten met behulp van de app op hun smartphone of tablet hun hartritme en bloeddruk meten. Die gegeven worden vervolgens naar het ziekenhuis gestuurd en als het nodig is, grijpt een cardioloog in. Begin maart werd bekend dat naast Zilveren Kruis, nog vier andere verzekeraars deze nieuwe vorm van e-health gaan vergoeden.
Dohmen was pas zeventien jaar toen hij bedacht dat e-health de toekomst moest worden. Hij werkte als tiener in een verzorgingshuis met mensen die beginnende dementie hadden. “En ik dacht: hoe kunnen we de moderne technologie gebruiken om mensen zelfstandig te houden?” Nu, ruim twintig jaar later, is er nog steeds veel medische winst te boeken, zo vertelt hij aan RTL. “Je kunt je patiënten virtueel veel vaker zien en doordat ze zelf regelmatig metingen doen kun je eerder ingrijpen als het misgaat.” Hij denkt dat e-health gauw normaal gaat worden. “In 2025 hebben wij van die apparaatjes net als in Star Trek, waarmee je je eigen lichaam kunt scannen op ziektes.”
Wouter van Solinge is ambassadeur e-health en data analytics aan het UMC Utrecht. Ook hij is ervan overtuigd dat er een evolutie gaande is in de zorgtechnologie. “Het is een manier van zorg verlenen die echt bij ons en bij de moderne tijd past. Dankzij de technologie wordt het mogelijk om mensen veel persoonlijker van zorg te voorzien. Want dat de menselijke zorg deels vervangen wordt door apparaatjes, betekent zeker niet dat er straks alleen nog maar robots in de zorg zijn”, zegt hij.
Technisch kan er nu al heel erg veel, toch moet er nog het één en ander gebeuren wil e-health echt de norm worden in Nederland. “We moeten ervoor zorgen dat de zorg ook wordt aangepast op de technologie”, vertelt Van Solinge. “Artsen moeten weten wat ze met die data, die je zelf verzamelt, moeten. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat we de kaf van het koren scheiden. Er zijn heel veel apparaatjes waarmee je je gezondheid kunt tracken, maar veel van die apparaatjes zijn nog niet goed genoeg. Als dit de standaard wordt, mogen alleen de beste apparaten en apps gebruikt worden.”