Amsterdam Smart City is een mooi voorbeeld hoe een stad samen kan komen om slim te worden. Ernst&Young schrijft dat door samenwerking en innovatie de historische stad is omgetoverd naar een voorloper in de wereld van smart cities. De multinational in accountancy en bedrijfsadvies noemt de vijf belangrijkste manieren waarop Amsterdam Smart City een voorbeeld is voor de rest van de planeet.
Sterk leiderschap
Twee mannen in het bijzonder zijn verantwoordelijk voor het succes volgens Ernst&Young. CTO Ger Baron (ook wel mr. Outside genoemd) is belangrijk geweest voor de goede belangenbehartiging. Oud-wethouder Berent Daan (mr. Inside) hielp de zaken op politiek niveau te regelen. De Amsterdamse overheid bleef bovendien de lange termijn van het project in acht houden, ondanks de wisselende college’s van B&W.
Groeiende talentenpool
Eén van de grote uitdagingen in een smart city is om genoeg talent aan te trekken en vast te houden. Voor de hoofdstad speelde Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions (AMS) een belangrijke rol. Het instituut is een universiteitsprogramma, opgezet om smart cities te ontwikkelen.
Wensen klant in de gaten blijven houden
De managers van Amsterdam’s Smart City hebben geleerd dat hoewel ze een mooie presentatie kunnen geven van data, het uiteindelijk de consumenten zijn die bepalen wat de beste manier van communiceren is, zo schrijft Ernst&Young. Zo noemt de consultancy de Utrechtsestraat als voorbeeld, waarin winkeleigenaars een jaarlijks rapport wilden ontvangen met simpele, persoonlijke adviezen over hoe energieverbruik te verminderen. De data van de stad hielp hen daarbij.
Nadruk op bewezen projecten
Amsterdam heeft meer dan tachtig pilots op allerlei gebieden gelanceerd in het kader van het smart city-initiatief. Hoewel dit erg tijdrovend is, de voordelen van een breed scala aan lopende projecten is dat de gewone burger kan zien dat smart cities voor hen werken. Door een groot aantal projecten te starten, vallen de mislukte ideeën ook minder snel op.
Bouwen van effectieve bondgenootschappen
Het betaalt zich uit om partners te hebben bij het delen van data. Aan de ‘binnenkant’, werkten Baron en Daan eraan om afdelingen binnen de overheid de voordelen van het delen van data bij te brengen. Hierdoor moest de gevestigde orde haar gewoontes herzien. Aan de ‘buitenkant’ speelde de private sector een belangrijke rol, waarbij aandeelhouders (en hun data) samen met de gemeenschappen een groter geheel konden creëren.