De opzienbarende lekken in de beveiliging van het Internet of Things (IoT) in 2016 waren het startsein van een nieuw type cyberoorlog, wat tot zorgen leidt voor smart cities. Paul Williams is manager bij Fortinet, een softwarebedrijf in cyberveiligheid. Hij zegt dat de cyberaanvallen van vorig jaar laten zien hoe kwetsbaar deze nieuwe technologie is om gehackt te worden.
“Zoals we recentelijk konden zien bij de DDOS-aanvallen, kan er geschipperd worden met IoT-apparaten. Ze kunnen worden gekaapt en bestuurd door hackers”, zegt Williams op de bedrijfssite. Dit is een probleem te noemen, aangezien smart cities over de hele wereld afhankelijk zijn van enorme aantallen IoT-apparaten en sensoren, die doelwit kunnen zijn van cyberaanvallen. “De toename van IoT-voetafdrukken in een smart city, hangt samen met de groter wordende aanvallen”, waarschuwt hij.
Voorbeelden van mogelijke cyberaanvallen zijn het verstoren van het verkeer door verkeerslichten te kapen of door auto’s de verkeerde kant op te sturen. Riolen kunnen overstroomd laten worden en drinkwater kan niet meer voor handen zijn. “Ook al is het niet mogelijk om elke beveiligingslek compleet te beheersen in een connected omgeving, kan je wel de eerste stappen zetten om de beveiliging te versterken”, zegt Williams. Voorbeelden daarvan zijn om gebruik te maken van een betere encryptie, systemen te maken waar niet mee te knoeien valt of door toegang tot die systemen moeilijk te maken.