Smart cities beginnen momentum in de wereld te krijgen, maar dat heeft een prijskaartje. Meer steden verbinden infrastructuur en bedrijven aan elkaar via het internet en door data te delen. Maar slimme steden hebben nog wel moeite om een smart grid te balanceren met het milieu.
Dat schrijft Future Earth in een blog. Nu er meer landen zijn die investeren om minder gebruik te maken van fossiele brandstoffen, wordt er meer toegewerkt om steden duurzamer te maken. ‘Alleen, wat betekenen smart cities voor het ecosysteem dat er is rond deze metropolen?’, vraagt Future Earth zich hardop af. ‘Terwijl promotors ons veel beloven, is de realiteit dat de situatie in veel steden verre van ideaal is. Steden die een smart grid zijn gaan implementeren, lopen tegen meerdere obstakels aan. Ze komen erachter dat de impact die de grids hebben op het milieu, groter is dan menigeen dacht.’
‘Zijn smart cities echt slim voor het milieu?’. Om antwoord te geven op haar eigen vraag, wijst Future Earth naar de duurzame energie. ‘Terwijl zonne- en windenergie en andere vormen van duurzame energie, gezien worden als ‘schone’ energiebronnen, hebben ze hun tekortkomingen. Zonnepanelenparken, bijvoorbeeld, kunnen het land schaden waarop het is gebouwd. Wanneer je drie vierkante kilometer bezet met zonnepanelen, is dat wellicht genoeg om een stad van energie te voorzien, maar het belemmerd de groei van planten onder die panelen.”
Geen langetermijnsvisie
David Thorpe, een energie consultant, haalt in een commentaar een recente studie aan over de milieu-impact van smart cities in het Verenigd Koninkrijk. “Het probleem dat de studie identificeert, is dat steden beperkt zijn in hun poging om de milieu-uitdaging aan te kunnen”, vertelt de consultant.
Thorpe zegt dat een gebrek aan geld niet zozeer het probleem is, maar een gebrek aan invloed hoe dat geld wordt uitgegeven in hun gebied. “Ook is het gebrek aan een langetermijnzekerheid over het subsidiebeleid van de overheid een probleem. In de overheid zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden verdeeld over verschillende lagen en verschillende instituten per stad.”