Wanneer je net een dure, nieuwe router hebt gekocht en je verwacht Wi-Fi te hebben in elk hoekje van je huis, kom je bedrogen uit. Sommige delen van je woning zullen helemaal geen WiFi-bereik hebben. Dat kan frustrerend zijn, zeker als je ook op zolder een verbinding nodig hebt. Gelukkig is daar een oplossing voor: het mesh-netwerk. Wat zijn de voor- en nadelen van zo’n netwerk?
Een krachtige router kan een huis van 300 vierkante meter prima aan. Maar dat is alleen als het in het midden van het huis wordt geplaatst. De meeste mensen zetten hun router in een hoek van het huis neer. De helft van het WiFi-bereik bevindt zich zo buiten het huis en de uithoeken van de woning hebben geen signaal. Mesh-netwerken zijn ontwikkeld om dat probleem tegen te gaan. Google Wifi, Netgear Orbi, Eero en Almond 3 zijn enkele voorbeelden van WiFi-systemen. In plaats van maar één router te gebruiken, bestaan ze uit twee, drie, of zelfs meer eenheden, om het hele huis van een verbinding te kunnen voorzien.
Normaal gesproken kan een eenheid tien tot vijftien meter van de ander geplaatst worden. En met de meeste WiFi-systemen kan je dat bereik verder uitbreiden door nog meer eenheden te kopen. Ze zijn vaak plug-and-play en dus gemakkelijk te installeren en te besturen met je smartphone. Fabrikanten sturen regelmatig software-updates door, om de prestaties, eigenschappen en beveiliging te verbeteren.
Een goed Wifi-bereik is een catch 22
Toch zijn er ook enkele zorgen die bestaan bij WiFi-systemen. Zo zijn ze over het algemeen vrij duur. De meest betaalbare optie is Google Wifi, die met 130 euro nog steeds vrij prijzig is. Zeker omdat het dezelfde prestatie levert van een router van 40 euro. Maar je krijgt er dan wel drie eenheden voor en daarmee een hoop gebruiksgemak. Signaalverlies is een ander probleem. De tweede eenheid moet twee taken uitvoeren: het moet het signaal ontvangen van de basisrouter en vervolgens doorsturen naar de derde eenheid. Hoe meer eenheden je gebruikt die verder weg staan van de originele, hoe minder het signaal wordt. Er zijn ook een aantal WiFi-systemen die dat probleem niet hebben, zoals de Netgear Orbi of de Linksys Velop.
Daarom is het gebruik van een WiFi-systeem vaak een catch 22: als je een satellieteenheid dicht bij de originele router zet om snelheid te behouden, ben je beperkt in het WiFi-bereik. Als je het te ver weg plaatst, komt er niet veel signaal binnen vanuit de basisrouter. Toch vallen deze problemen in de praktijk wel mee. Als je een internetverbinding hebt van maximaal 200Mbps, lukt het een WiFi-systeem wel om het volle potentieel te benutten. Uiteindelijk is de beste manier om snelheid te behouden om alle eenheden te verbinden met netwerkkabels, maar praktisch is dat niet.