Er bestaat geen spoorboekje hoe een stad van de toekomst te vormen. Slechts een handjevol handleidingen zijn gemaakt voor het Internet of Things, met als doel om het effectief toe te passen. Tot dusver is het vooral een speeltuin geweest voor techneuten, die het vooral interessant vinden om te experimenteren in de openbare ruimte.
Een gebrek aan planning kan best productief zijn. Door te experimenteren leert men. Maar het zorgt ook voor chaos, juridische problemen en privacy zorgen. Om overal zomaar overheidscamera’s of microfoons neer te plempen en ze daarna te koppelen aan algoritmemachines, zonder dat daar beleid bij komt kijken, is niet iedereens idee van een ideale stad van de toekomst. Voor sommigen is het een nachtmerrie.
Een rapport van researchbedrijf Machina Research dat uitkwam in november, identificeerde drie routes die steden veelal nemen om slim te worden. Een manier is om een losstaande toepassing te maken, waarop andere projecten kunnen bouwen. Een andere weg is om zich te concentreren op infrastructuur en een platform voor een IoT-project te creëren. Het derde model is het maken van een ‘bèta stad’, waarin een stad experimenteert met technologieën, zonder dat het een vaststaand plan heeft om het in volledige schaal toe te passen. De meeste steden combineren de drie strategieën, zonder dat daar een langetermijnvisie aan gekoppeld is.
“Er zijn vier fases waar een smart city doorheen moet gaan”, vertelt Jesse Berst van SmartCityCounsil aan Statescoop. “Het bijeenroepen van de aandeelhouders, een uitgebreide visie bouwen wat een stad wil bereiken, een plan maken en vervolgens dat plan uitvoeren. We zien dat veel steden beginnen bij de vierde stap en zich haasten bij de andere stappen.” De Canadese stad Montreal en de Oostenrijkse hoofdstad Wenen, zijn daar uitzonderingen op, volgens Berst.
De research van Internet of Things ontwikkelt zich dagelijks, maar de discussies over veiligheid, privacy en educatie blijven uit, meent Brenna Berman, CIO in Chicago. “Op dit moment gaat het hele gesprek over smart cities tussen technologen. Het beleid blijft achter. Het wordt bewoners niet duidelijk gemaakt, waarom deze investeringen ertoe doen. Zo komen we nooit uit de experimentele fase. Als ik dit niet kan verkopen aan ‘mijn moeder’, dan heb ik niet goed uitgelegd wat de waarde is van dit alles.”