De nadruk bij smart cities ligt vooral op ‘smart’ en weinig op ‘city’. Willen steden echt slim worden dan moet er meer aandacht worden besteed aan veranderingen in de stad. Dat meent Jan-Willem Wesselink, hoofdlaborant van het Kennislab voor Urbanisme.
Nu ligt de focus van smart cities nog erg op de slimme technologische oplossingen. ‘Steden, stadsmakers én techneuten moeten samen een visie ontwikkelen die de basis vormt voor de stad van morgen én nu’, schrijft Wesselink. ‘Stedenbouwers en andere stadsmakers moeten zich afvragen wat die verandering betekent voor hun stad en dat moeten ze als uitgangspunt nemen bij het ontwikkelen van de toekomstvisie op hun stad.’
‘Ze moeten beschrijven wat het waarom en het hoe is, achter de wat waar de smart-city-discussie nu vaak over gaat. Want pas als we het waarom weten, weten we ook welke processen en producten we nodig hebben om die visie te realiseren’, concludeert de hoofdlaborant in zijn blog op Gebiedsontwikkeling.nu.
Net zoals duizend jaar geleden, draait een stad nog steeds om welvaart en welzijn. Wesselink ziet toch één groot verschil: flexibiliteit. ‘De opkomst van internet(technologie) verandert de manier waarop dat mogelijk is ingrijpend en verschilt van stad tot stad. De opkomst van internet maakt ons op tal van vlakken enorm flexibel, het Internet of Things vraagt een flexibele stad’.