Met een gemiddelde beoordeling van 9,4 voor het binnenklimaat geldt Eneco World volgens de bezoekers van HappyBuildingIndex.nl op dat terrein als koploper van alle beoordeelde gebouwen op de website. Eneco World is een van de energieproeftuinen binnen Smart Offices van Smart Energy Collective, een branche-overstijgende samenwerking van 14 bedrijven die dé energievoorziening van de toekomst willen ontwikkelen.
Het duurzame kantoorgebouw telt 1500 flexibele werkplekken. Op de begane grond en op eerste etage vind je Eneco Village: een ontmoetingsgebied met een loungeruimte, duurzaam restaurant en espressobar. Na de oplevering van Eneco World in 2012 zocht het energieconcern naar de mogelijkheden om de vraag naar energie te verschuiven naar de meest gunstige momenten van de dag zonder in te leveren op comfort voor de gebruikers.
Comfort is meer dan binnenklimaat
“Een goed binnenklimaat is voor iedere facilitair manager een hoofdpijnpunt”, zegt Eneco-facilitymanager Desirée Dongelmans. “Maar comfort bestaat voor ons uit een totaalpakket, waarin vitaliteit en duurzaamheid centraal staan.” Om dit te bereiken heeft Eneco een uitgebreid vastgoedmanagementsysteem ontwikkeld. “Dit systeem beperkt zich niet tot energie en techniek, maar kan ook het onderdeel ‘comfort’ goed monitoren. Op iedere afdeling in het Eneco-pand zit een medewerker, die als onze ambassadeur geldt. Hij geeft op alle drie de onderdelen aan wat goed en minder goed gaat. Die gesprekken variëren van schoonmaak en catering tot licht en verwarming. Mijn afdeling kijkt vervolgens hoe ze de klacht kan oplossen en in het vervolg kan voorkomen.”
Hoewel het proefproject is afgelopen, gaat Eneco verder. “Samen met onderzoeksinstituut TNO zijn we bezig om het gebouw slim aan te sturen”, legt Thijs Schmitz van Business Development uit. “In eerste instantie begonnen we door energie op het goedkoopst mogelijke moment te gebruiken. Nu kijken we ook op welk moment we het gebouw moeten verwarmen, koelen en ventileren, door rekening te houden met bezetting en weersveranderingen. Zo zoeken we continu naar manieren om te anticiperen op veranderingen.”