De ontwikkelingen in de technologie gaan zo snel, dat we niet precies weten welke kant we opgaan. Hoe gaan we wonen in de toekomst en wat gaat er veranderen met smart cities? Over deze en andere vragen werd gesproken op het Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling op de TU Delft.
Hans de Jonge, hoogleraar op de technische universiteit, wijst tijdens het congres op de wereldwijde verstedelijking. Twee derde van de wereldbevolking zal in 2050 in steden wonen. Metropolen met tien tot vijftien miljoen inwoners zullen geen wenkbrauwen meer doen fronsen. Deze urbanisatie gaat hand in hand met de toenemende digitalisering.
Dat is goed nieuws voor IT-bedrijven die veel kunnen gaan groeien. Investeringen van bedrijven als IBM, Siemens en Cisco in slimme technologie zijn de afgelopen jaren van honderd miljard dollar gestegen naar anderhalf biljoen dollar. Ondanks die onuitsprekelijke bedragen is dat nog maar een fractie van wat er wereldwijd wordt uitgegeven aan infrastructuur.
Slimme steden hebben ook geleerd om open data te omarmen. Gemeenten worden steeds transparanter. Er is nota bene een echte concurrentiestrijd begonnen tussen steden om zo open mogelijk te zijn met data. Ze hopen hiermee de fundering van besluiten te versterken. “Er is maar één weg vooruit: technologie, en geen weg terug”, verkondigt Peter Russell, decaan Faculteit Bouwkunde aan de TU Delft.
Desondanks lost digitale technologie niet alle problemen op, het biedt wel betere oplossingen. Russell verwijst de vertrouwde auto naar de schroothoop. Er komt een langzamere, automatisch bestuurde auto. Mensen willen straks geen auto’s meer. Bussen zullen via de smartphone weten waar reizigers zijn en voor hun neuzen stoppen. Het voordeel is dat er geen files meer zijn, geen parkeerplaatsen meer nodig zijn en er dus veel ruimte vrijkomt.
Toch is er nog genoeg reden om niet zo optimistisch beeld te hebben. Zeker is het niet vast te stellen dat een zelfbesturende auto voor meer ruimte zorgt. Er zullen veel in- en uitstapplaatsen moeten komen. Cijfers over dalend autobezit bestaan nog niet. Efficiëntie is namelijk niet het enige criterium. Mensen hebben graag een auto vanwege emotie en gevoelswaarde.